|
||||||||
Jaime Stinus en Xavi Vidal zijn twee mensen die al decennialang meedraaien in de wereld van de Spaanse hedendaagse muziek. Stinus, van Baskische komaf, verwierf naam en faam als gitarist bij bands als Brakaman en El Orquesta Mondragón en hij werkte later als producer en gastmuzikant mee aan talloze projecten en platen, gaande van Los Rebeldes en Radio Futura tot Dani Nel-lo en Johnny Halliday. Vidal, uit het Catalaanse Sabadell, was meer de frontfiguur in de Catalaanse rock, met La Gran Aventura of de opvolger daarvan, XVB, waarmee hij een aantal succesvolle platen maakte, vaak geproducet door Stinus. Dat beider wegen elkaar dus bij herhaling kruisten, ligt voor de hand en, zoals dat gaat, spraken ze af dat ze ooit eens een hele plaat samen zouden maken. Die is er nu dus en ze heet “Canvis” en naar de woorden van de twee, is deze plaat de neerslag van de dialoog tussen iemand die van zijn muziek leeft en iemand die werkt om muziek te kunnen maken. Zonder in zwaarmoedigheid of bombast te vervallen, slaagt het duo erin -met de hulp van flink wat bevriende muzikanten en zangers trouwens- nummers neer te zetten, die getuigen van een sociale bewogenheid en van bezorgdheid over wat ze om zich heen zien gebeuren. We kennen de Catalaanse kwestie wel een beetje, hier in Vlaanderen -al wordt ze te zeer gerecupereerd door de nationalisten- en dus beseffen we welk gevaar er dreigt, als bevolkingsgroepen tegen elkaar uitgespeeld worden. Daarnaast is Xavi Vidal iemand die zijn belangstelling voor de cosmogonie ( de leer van de stand der planeten) nooit onder stoelen of banken heeft gestoken en op deze plaat koppelt hij beide aan elkaar,(zie “Via Lactia” zonder echt politiek standpunt in te nemen. De loutere vaststelling van de huidige feiten, maakt dat er verandering nodig is (“Canvis’ betekent “verandering” in het Catalaans) en dat die redelijk dringend is, als je wil vermijden dat een hele generatie jongeren de verkeerde kant op gaat. Toch blijft het duo ook hoopvol, zoals in de titelsong van de plaat, of in “Ni un pas enrere” en vertellen ze de kern van hun boodschap in verschillende van hun nummers: zolang er oog is voor schoonheid, zolang de mens maar blijft beseffen dat hij niet de heerser der dingen is, komt het allemaal wel goed. Songs als “Jardí Japones” of “Cap a la felicitat” illustreren dat, al weet ik met afsluiter “Anti’s” niet meteen blijf: de tekst van dat nummer is één lange opsomming van allerlei anti-dingen, enkel afgewisseld door het koortje dat blijft herhalen dat we “estem sols”, alleen zijn. Ik vind het een wat vreemde afsluiter van een nochtans heel fijne plaat. Bij gelegenheid moeten we de heren daar toch eens wat meer uitleg over vragen…. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||